Het Erasmus MC en Ikazia in Rotterdam, het OLVG en AMC in Amsterdam, het UMC in Utrecht of het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch…

Zo kunnen we nog wel even doorgaan met ziekenhuizen die Roemer Pierik en zijn team onder handen nam. Als architect en partner bij het Dordtse EGM Architecten bepaalt hij mede hoe het ziekenhuis van de toekomst eruit ziet. Nederland, maar ook het buitenland staat – mede dankzij een samenwerking met het Oranje Handelsmissiefonds – in de rij: van Scandinavië, Suriname tot Singapore.

Pierik: “Klopt, we zijn inderdaad vooral actief in Scandinavië, België en Duitsland, maar we oriënteren ons ook op Oost-Europa. Daar is behoefte aan verbetering van de zorg en de zorginfrastructuur. Daarnaast zijn we sinds een aantal jaar ook buiten de EU actief, zoals in Oekraïne, Suriname, Rusland en Singapore.”

Hij legt uit: “Er is veel interesse vanuit het buitenland. En dan niet alleen hoe de Nederlandse zorg georganiseerd is, maar ook in hoe onze ziekenhuizen ontworpen zijn.” Het was naar eigen zeggen een logische keuze om naar het buitenland te gaan: “We zagen enkele jaren geleden dat de omvang van werkzaamheden in de Cure-markt in Nederland minder omvangrijk werden. Bij ‘Cure’ moet je denken aan ziekenhuizen met operatiekamers en IC-afdelingen. Bij Care aan verpleeghuizen en psychiatrische klinieken. Daarbij vonden we het goed voor de ontwikkeling van ons bureau om ook in het buitenland actief te zijn en ervaring op te doen.” 

Groot in ontwerp

“Wij brengen kennis maar krijgen ook kennis en inspiratie terug. Deze kan je vervolgens ook inzetten binnen de Nederlandse projecten”, zegt Pierik. Want wat EGM maakt heet in architecten-taal ‘maatschappelijk vastgoed’, in het dagelijks leven herkennen we die gebouwen als ons ziekenhuis, zorgcentrum, school, politiebureau, brandweerkazerne of stadhuis. In de 50 jaar dat het bedrijf bestaat, is het specialisme steeds meer richting zorg opgeschoven.

“We maken, in nauwe samenwerking met onze opdrachtgever, een ontwerp, werken het vervolgens volledig technisch uit en begeleiden het tijdens uitvoering. We bedienen het hele spectrum om uiteindelijk dát gebouw op te leveren dat je aan het begin van de rit in gedachten had. Dat trekt me aan in dit bureau, dat we al die knowhow onder één dak hebben en het kunnen waarmaken.”

Zijn mooiste project staat overigens gewoon in Nederland: “Waar ik echt trots op ben is de transformatie van een voormalig labgebouw van TNO naar een flexibel onderwijs- en onderzoeksgebouw. Dit deden we voor technologieopleidingen van Fontys Nexus Hogeschool op de campus van de TU Eindhoven. Dat vind ik een goed project: de ruimtelijkheid is inspirerend en het materiaalgebruik fascinerend. Elke keer als ik door het gebouw loop denk ik: ‘Dit voelt goed, dit ziet er mooi uit.’ Je ziet studenten met veel plezier door de gangen lopen.”

Hoe groei je in het buitenland

Maar waar begin je bij een buitenlands avontuur als Nederlandse onderneming? EGM, wat afgeleid is van de namen van oprichters Eijkelenboom, Gerritse en Middelhoek, heeft zo’n 110 mensen in dienst en mag met een jaaromzet van 10 á 11 miljoen euro gerust een middelgrote Nederlandse speler genoemd worden. Wie internationaal onderneemt gaat natuurlijk altijd even langs de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). EGM vormt daarop geen uitzondering.

Exact een jaar geleden schreef EGM zich in voor deelname aan het Oranje Handelsmissiefonds. Een samenwerkingsverband van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het ministerie van Buitenlandse Zaken, ING, Evofenedex, MKB Nederland en EY dat mkb-bedrijven ondersteunt met de sprong naar het buitenland.

EGM werkt sinds de jaren ‘60 van de vorige eeuw internationaal en kijkt sinds een aantal jaren steeds nadrukkelijker over de landsgrenzen heen. Deelname aan het fonds heeft het bureau zeker verder gebracht.

Pierik: “Cure-projecten worden over het algemeen aanbesteed. Ook in het buitenland. Het zijn vaak lange trajecten en om goed beslagen ten ijs te komen moet je je huiswerk goed doen. De marktscreening, de contacten, het netwerk en de faciliteiten die een ambassade of handelsmissie bieden zijn hierin heel waardevol voor ons. Zo zijn we bijvoorbeeld mee geweest met meerdere handelsmissies van de Taskforce HealthCare. Zo starten die dingen.”

Exposure, contacten, goede ideeën

“Wij hadden al het nodige werk in het buitenland, maar de praktische steun, lokale kennis en het zakelijke netwerk waar de partners van het Oranje Handelsmissiefonds je mee helpen, heeft een enorme waarde voor ons als architectenbureau in de gezondheidszorg. Je krijgt steun bij marktscreening en hebt toegang tot het netwerk van de ambassades en RVO.”

Hoewel de samenwerking nog niet is afgelopen, kan hij wel een praktijkvoorbeeld noemen: “Het is fantastisch dat de Nederlandse ambassade in Kiev oprecht geïnteresseerd is, met ons meedenkt en ervoor zorgt dat we in contact komen met ziekenhuizen, overheden, lokale architecten en adviseurs zodat we ons kunnen presenteren en ons verhaal kunnen doen. Het is fijn om mensen te kennen bij al deze partijen die signalen opvangen en zeggen: ‘Hé, ik ben dit tegenkomen, is dat interessant voor jou?’ Dat werkt heel prettig en goed.”

Geïnteresseerd in wat het Oranje Handelsmissiefonds voor jouw onderneming kan betekenen? Bekijk de website en schrijf je meteen in vóór 1 november.